
vrijdag, juli 27, 2007
Gerard Wessel's liefde voor Rolleiflex is ongebroken
Merel Bem interviewde Gerard Wessel voor de Volkskrant over zijn liefde voor de Rolleiflex:
Als Gerard Wessel mocht kiezen, zou de Rolleiflex zijn enige camera zijn. ‘Alles wat uit mijn hart komt, heb ik hiermee gemaakt’, zegt hij. Er was een tijd dat hij kon leven van de vierkante zwart-wit beelden die hij ermee schoot. Dat de Nieuwe Revu zijn reportages over het grootstedelijke uitgaansleven, over Herman Brood, over de straat probleemloos publiceerde – zes, zeven, acht pagina’s achter elkaar.
Die tijd is voorbij. Sinds hij een paar jaar geleden te horen kreeg dat zwart-wit fotografie ‘junkenfotografie’ is, raakt hij zijn Rolleiflex-reportages nauwelijks meer kwijt. Zijn brood verdient hij nu voornamelijk met digitaal en kleur. Maar die oude vertrouwde twee-oog blijft favoriet. ‘Ik zal hem nog jaren gebruiken. Het is een heel simpel ding.’
‘Als je er al zo lang mee werkt – en ik heb deze camera vanaf 1989 – kun je ermee lezen en schrijven. Alles is standaard ingesteld. Ik varieer niet in sluitertijd, in diafragma, in flitser. Als ik met de Rolleiflex fotografeer, denk ik niet aan techniek. Dan ben ik alleen bezig met mijn onderwerp. Dat is het belangrijkste.’
Fotografen met een Rolleiflex zijn ongevaarlijk, heeft hij gemerkt. ‘De meeste mensen vinden het aandoenlijk. Ze worden er nostalgisch van. Of ze denken dat je een amateur bent. Je kunt gebruik maken van het feit dat mensen je niet serieus nemen.’
Als Gerard Wessel mocht kiezen, zou de Rolleiflex zijn enige camera zijn. ‘Alles wat uit mijn hart komt, heb ik hiermee gemaakt’, zegt hij. Er was een tijd dat hij kon leven van de vierkante zwart-wit beelden die hij ermee schoot. Dat de Nieuwe Revu zijn reportages over het grootstedelijke uitgaansleven, over Herman Brood, over de straat probleemloos publiceerde – zes, zeven, acht pagina’s achter elkaar.
Die tijd is voorbij. Sinds hij een paar jaar geleden te horen kreeg dat zwart-wit fotografie ‘junkenfotografie’ is, raakt hij zijn Rolleiflex-reportages nauwelijks meer kwijt. Zijn brood verdient hij nu voornamelijk met digitaal en kleur. Maar die oude vertrouwde twee-oog blijft favoriet. ‘Ik zal hem nog jaren gebruiken. Het is een heel simpel ding.’
‘Als je er al zo lang mee werkt – en ik heb deze camera vanaf 1989 – kun je ermee lezen en schrijven. Alles is standaard ingesteld. Ik varieer niet in sluitertijd, in diafragma, in flitser. Als ik met de Rolleiflex fotografeer, denk ik niet aan techniek. Dan ben ik alleen bezig met mijn onderwerp. Dat is het belangrijkste.’
Fotografen met een Rolleiflex zijn ongevaarlijk, heeft hij gemerkt. ‘De meeste mensen vinden het aandoenlijk. Ze worden er nostalgisch van. Of ze denken dat je een amateur bent. Je kunt gebruik maken van het feit dat mensen je niet serieus nemen.’